Mobile TV is coming to town

Tuesday, June 26, 2007

Afgelopen donderdag reisde ik met acht journalisten af naar het kantoor van Ericsson in Düsseldorf waar we onder het thema ‘Driving the new TV experience’, de laatste ontwikkelingen konden zien en horen op het gebied van mobiele TV. Het gaat hard, al loopt Nederland niet voorop. Frankrijk heeft in Europa verreweg de meeste mobiele kijkers. Daar is ook meer concurrentie tussen leveranciers van mobiel breedband waardoor de prijzen lager zijn.

Uit onderzoek van Ericsson blijkt dat 70 procent van alle mobiele TV-kijkers wekelijks gebruikmaakt van zijn telefoon als televisie. 60 procent kijkt zelfs minimaal één keer per week thuis op zijn mobieltje tv. Dus in plaats van voor het breedbeeldscherm neer te ploffen, kiest men ervoor om op een veel kleiner apparaat tv te kijken.

Als ‘late adopter’ van dit soort diensten kijk ik met enige scepsis naar de mobiele TV- kijker. Natuurlijk is het handig om in de trein naar het nieuws te kunnen kijken en de cliffhanger van je favoriete serie mee te krijgen of direct via diezelfde telefoon mee te kunnen stemmen wie er het podium van Idols moet verlaten. Maar hebben we het echt nodig om constant, overal en altijd vermaakt te worden? Blijkbaar wel.
Voor adverteerders is mobiele TV een prachtige kans om de consument heel gericht te benaderen, dus geen schot hagel meer, maar echte tailor made advertising. En er wordt sterk ingezet op interactiviteit. Het blijkt dat de duur van een gemiddelde ‘kijksessie’ hierdoor wordt verdubbeld. Zo kun je direct de tune van de serie die je kijkt downloaden en naast het kijken ook deelnemen aan chatsessies.

Werelwijde inkomsten voor het leveren van mobiele diensten worden nu geschat op 13 miljard dollar en dat zal in 2010 opgelopen zijn naar 28 miljard. Booming business dus. Ik ben benieuwd hoe lang het nog duurt voordat je hele gezinnen thuis op de bank ziet zitten die allemaal ergens anders naar kijken.

Lees ook het artikel 'Mobiele televisie geen gegarandeerd succesnummer' op Emerce.nl

Labels: