Dienstbaarheid heeft een imagoprobleem

Friday, June 26, 2009

Dienstbaar zijn is niet hip in Nederland. En na terugkomst uit een werelddeel dat het tot een kunstvorm heeft verheven om anderen van dienst te zijn, sprong mij dat in het oog en in het verkeerde keelgat.

Volgens mij is het een groot probleem voor ons bedrijfsleven. Met de populariteit van Twitter, blogs en social media kunnen mensen hun frustraties over de kwaliteit van dienstverlening naar hartenlust uiten en daarmee worden 'brands' steeds meer synoniem aan mensen.

De dagen lijken geteld dat de perceptie die mensen hebben van een organisatie centraal kan worden aangestuurd. Het beeld dat we hebben van een bedrijf wordt steeds meer gevormd door de mensen die er werken en met wie we contact hebben als we bij die mensen diensten of producten afnemen. Die mensen vinden we aardig, betrouwbaar, slim, professioneel, hulpvaardig en waardevol of niet. En we hebben de middelen om het hen betaald te zetten als we ons geschoffeerd voelen.

De afgelopen maand bracht ik door in het Verre Oosten: Thailand was eerst vier dagen aan de beurt en vervolgens reisde ik door naar Bali. Het valt iedere Westerling op: de mensen zijn er zo aardig. Vooraf had Belgische collega Chris me al voorbereid: "Je denkt eerst dat er een catch is, maar die mensen zijn echt zo aardig". Na zo'n introductie van een Belgische, gemiddeld genomen al vele malen voorkomender dan de Nederlander, dacht ik te weten wat me te wachten stond. Thailand was nog te doen, maar Bali verziekte me voor de rest van mijn leven. Hoe heerlijk om zo vriendelijk en hartelijk te worden geholpen.

Al bij de eerste avond terug in Nederland ging het mis. We gingen een hapje eten op een terras in Wageningen en werden bediend door een jongen die het duidelijk beneden zijn waardigheid vond om vriendelijk, snel en alert, kortom: dienstbaar te zijn. Na ruim vijftien minuten wachten op het terras en niemand waar te nemen die drankjes opnam of voedsel uitdeelde, liep ik naar binnen om de bestelling door te geven. De bewuste persoon deelde me bars mee dat hij zo naar buiten kwam en vervolgens ontspon zich een koude oorlog tussen ons tafeltje en hem. Ik praat mezelf niet goed, toen geduld werd uitgedeeld was ik even iets anders aan het doen, dus ik had zeker een aandeel. Maar wat me zo trof was de trots waarmee deze jongen onbeschoft was tegen niet alleen ons, maar tegen iedereen op het terras. En we pikten het bijna allemaal!

Ik heb er tijdje op lopen broeden en kwam tot de conclusie dat je bij ons een hoge status toebedeeld krijgt wanneer je mensen 'onder je hebt' of 'aanstuurt'. Macht heeft aanzien, misschien nog wel meer dan geld. En dus ben je een loser als je dienstbaar bent aan een ander.

Hoe anders is dat in een land waar je karma opbouwt in interactie met anderen. Ben je goed voor een ander, vriendelijk en ondersteunend, dat komt dat jou en je familie ten goede in jullie volgende incarnatie. Gedraag je je ellendig naar een ander, staat je een tegengestelde toekomst te wachten. Het gevolg is een omgeving waarin iedereen z'n best doet om anderen zoveel mogelijk te helpen. Ik vind het helemaal top en heb er veel van geleerd.

Duurzaamheid is tegen de klippen op hip geworden. Moet voor dienstbaarheid toch ook haalbaar zijn?